Meer dan 40 jaar is bekend dan ons huidige groeigebaseerde economische stelsel niet houdbaar is op een planeet die fysiek beperkt is. Lees maar na op het wikipedialemma over de geschiedenis van klimaatverandering. In 1896 berekende Svante Arrhenius het effect van verdubbeling van CO2: een stijging van de temperatuur met 5–6 graden Celsius (1). Sinds die tijd is dat inzicht sterker geworden. Oliebedrijf Shell noemt het zelf in een filmpje uit 1991.
Wetenschappers die de opwarming van de aarde berekenen, hebben vele verschillende klimaatmodellen ontwikkeld waarmee ze de toekomst proberen te voorspellen. Politici willen weten wat de marges nog zijn. De rekenmodellen blijken door de werkelijkheid te worden ingehaald.
Veel mensen willen dat niet weten. Zijn klimaatveranderingen eigenlijk wel te wijten aan menselijk handelen? Klimaatontkenners wijzen op de onzekerheden in de belangrijkste berekeningsmodellen. Veel is onzeker, daar hebben ze gelijk in. Onzeker is bijvoorbeeld hoe snel de biosfeer verandert. Historisch vergelijkingsmateriaal is er niet. Nooit eerder steeg de concentratie van CO2 concentratie zo snel.
Maar de onzekerheden gaan over de modellen en niet over de opwarming van de aarde zelf. Sommige wetenschappers vrezen juist dat de modellen nog te gematigd zijn; zij zien de werkelijkheid sneller veranderen dan de modellen kunnen verklaren. Op Spitsbergen bijvoorbeeld is het al 81 maanden 15-20 graden Celsius warmer dan normaal. Dat zijn observaties die niemand had verwacht.
De kern van het klimaatprobleem is niet het wetenschappelijke debat. Er is ook geen gebrek aan oplossingen. Maar de oplossingen toepassen, vraagt een ander bestuur. Verandert er te weinig, dan ligt dat niet aan de wetenschap, maar aan de politiek.