Biomassacentrales stoten meer CO2 uit dan kolencentrales, blijkt uit onderzoek van adviesbureau DNV GL in opdracht van ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Biomassacentrales stoten meer CO2 uit dan kolencentrales, blijkt uit onderzoek van adviesbureau DNV GL in opdracht van ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Als grote kolencentrales tot biomassacentrales worden omgebouwd, leidt dat tot 5 procent meer uitstoot. Volgens de onderzoekers is het verschil klein vanwege de strenge uitstootnormen waaraan de installaties moeten voldoen.
Maar het opwekken van elektriciteit in een kleine biomassacentrale veroorzaakt tot 20 procent meer uitstoot van CO2, fijnstof en stikstof dan een centrale die volledig op steenkool draait. Dat komt door het lagere rendement en de minder strenge uitstootnormen die voor kleine installaties gelden.
Vergeleken met een aardgascentrale levert het opwekken van warmte in een biomassacentrale twee keer zoveel stikstof op.
Om de doelstellingen in het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 te halen, is afgesproken dat alle kolencentrales in 2030 dicht moeten zijn. Bovendien bepaalde het kabinet dat de gaskraan in Groningen al in 2022 dicht gaat.
Daarop zijn miljarden subsidie gestoken in het ombouwen tot biomassacentrales, waardoor de centrales op hout kunnen draaien. Hout wordt door de Europese Unie gezien als klimaatneutrale energiebron, omdat de CO2 die vrijkomt door nieuw aangeplante bomen kan worden opgenomen.
Alles wat plantaardig is, wat groeit en bloeit, kan meetellen als biomassa. Want bomen en planten nemen CO2 op om te groeien. Naast (restproducten van) planten en bomen, gaat het ook om gft-afval, plantaardige olie, dierlijke vetten of mest. Je kunt er autobrandstof en elektriciteit mee maken, waardoor minder fossiele brandstoffen nodig zijn. Biomassa raakt bovendien niet op.
Uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd, bleek in april dat er in Nederland steeds meer biomassacentrales bijkomen. Toen waren het er 42. De bouw van nog eens 20 centrales was gepland.
Maar er is steeds meer kritiek op de biomassacentrales. In april noemde RIVM-onderzoeker Guus Velders de zorgen van omwonenden over de luchtkwaliteit rond de centrales begrijpelijk en terecht. Er waren bovendien vragen over de klimaatwinst die de centrales zouden opleveren ten opzichte van de kolencentrales.
Begin deze maand oordeelde de Europese koepel van wetenschappers (EASAC) dat de miljardensubsidies voor de centrales weggegooid geld zijn, omdat de centrales weinig energie leveren waardoor er uiteindelijk meer CO2 vrijkomt dan bij centrales die op kolen en gas draaien.
Naast de gevolgen voor de luchtkwaliteit staat ook de herkomst van de biomassa ter discussie. Omdat Nederland niet genoeg biomassa heeft, wordt het uit het buitenland gehaald. Ook daar zwelt de kritiek aan.
Vorige week protesteerden natuurbeschermingsorganisaties in het zuiden van de Verenigde Staten tegen het subsidiëren van biomassacentrales door Nederland. Volgens de organisaties zorgen de Nederlandse subsidies ervoor dat Amerikaans oerbos wordt gekapt en de diversiteit wordt aangetast. Het nieuw aangeplante bos zou bovendien veel minder CO2 opnemen dan het oerbos.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Sociaal-Economische Raad hebben een omvangrijk onderzoek opgezet naar de beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van biomassa in Nederland.
Terug & verder bladeren: