(9-5-2018, KiesKlimaat) Voer een heffing in voor de schade die de fossiele industrie aanricht met uitstoot van broeikasgassen. Met de opbrengst kunnen we burgers en bedrijven belonen die werken aan een schoon milieu, betogen Harmen Bos (Kiesklimaat) en Sven Jense (The Climate Cleanup).
Geweldig dat minister Wiebes de gaskraan dichtdraait! Maar de overheid zou de industrie niet moeten betalen voor de gasvoorraad die in de grond blijft en het opslaan van CO2 niet moeten subsidiëren die die bedrijven zelf geproduceerd. Integendeel.
Decennialang heeft de fossiele industrie een dominante rol gespeeld in de politiek. Wiebes is begonnen aan de afbouw – geen gemakkelijke taak. De olieconcerns hebben flink geïnvesteerd in hun relatie met de politiek. Was het niet Gerrit Zalm die zijn rol als informateur combineerde met zijn commissariaat bij Shell? Meerdere bewindslieden hebben hun roots bij de oliemaatschappij. Vele bewindslieden kregen een rol bij het bedrijf. Een traditie die teruggaat tot de oorlogstijd.
De Rotterdamse industrie vraagt om 500 miljoen euro subsidie om zelfgeproduceerde CO2 in lege gasvelden op te slaan. De wereld op zijn kop als je uitgaat van het principe de-vervuiler-betaalt. Ondertussen onderhandelt Wiebes met Shell en Exxon op basis van gelijkwaardigheid over de ‘kosten’ van het in de grond laten van Gronings gas. De concerns beroepen zich op oude rechten, die ze verkregen in een tijd waarin Nederland over de gasvondst juichte. Maar de wereld is sindsdien sterk veranderd, klimaatverandering is een realiteit.
Verantwoordelijkheid
Overheid en bedrijven zijn niet gelijkwaardig. De fossiele industrie neemt geen verantwoordelijkheid voor de effecten van hun operaties. Ook met het recente ‘Sky scenario’ garandeert Shell niet genoeg emissiereducties. Zoals het Financieele Dagblad schreef: 'Shell stelt winst boven klimaat.' Als het aan oliemaatschappijen ligt, zal de zeespiegel meters stijgen. Wetenschappers weten niet exact hoe snel ijskappen smelten. Wel zien zij ernstige risico’s, onomkeerbare effecten. De werkelijkheid haalt hun rekenmodellen steeds in. Op Spitsbergen was het in februari al meer dan tachtig maanden op rij veel warmer dan gemiddeld.
De overheid is de fossiele industrie geen geld verschuldigd om deze problemen op te lossen. Het is precies andersom. Fossiele concerns hebben de dampkring vervuild, veel valse informatie over klimaatverandering verspreid en ons allemaal benadeeld. Nu moeten zij opdraaien voor het herstel.
Gelukkig zijn er oplossingen. Een gamechanger is een koolstof-dividendregeling die de overheid financiert uit een heffing op de uitstoot van broeikasgassen. Hoe meer een productieproces bijdraagt aan het broeikaseffect, hoe meer heffing op het (geïmporteerde) product. Mensen en bedrijven die aan oplossingen werken, ontvangen uit de opbrengsten van deze heffing dividend, en dat geeft draagvlak. Alle huishoudens ontvangen een gelijk bedrag aan koolstofdividend.
In de Canadese provincie British Columbia is zo’n regeling al succesvol. Een dergelijk prijsmechanisme versnelt de transitie naar een schone economie. Het succes van de Britse suikertax laat zien dat multinationals gevoelig zijn voor fiscale sturing. Nog voordat de wet van kracht was halveerde het suikergehalte van frisdranken.
Een koolstof-dividendregeling ontmoedigt investeringen in fossiele projecten. Ze maakt ook de weg vrij voor het verwijderen van CO2 uit de lucht, zoals wetenschappers vorige week in een brief aan Wiebes bepleitten. CO2 gebruiken als grondstof is noodzaak om de doelstellingen van het Parijsakkoord te halen. Reduceren alleen is niet genoeg om grote klimaatrisico’s te kunnen afwenden. Bovendien voorkomt het dividend dat de laagste inkomens het kind van de rekening worden.
Ons advies aan Wiebes is dus: neem een koolstofheffing met dividend op in het klimaatakkoord. Dat zal de markt de goede kant op sturen.
Vandaag was dan de bespreking binnen de gemeenteraad, waar de plaatsing van de windmolens werd besproken.
Allereerst was het fijn om te zien dat de meeste woordvoerders goed in contact hebben gestaan met de mensen die ze vertegenwoordigen: de burger in de stad. Ook hadden de meesten zich goed ingelezen in de materie.