Datum: 31-12-2021 Telegraaf
Hoe zinvol het is biomassa te verbranden in de strijd tegen klimaatverandering is al langer onderwerp van hevig debat. Afgelopen jaar leek er een kentering te komen, maar activiste Fenna Swart van het Comité Schone Lucht vertrouwt het nieuwe regeerakkoord niet helemaal. Te veel ’mooie praatjes’.Een nieuwe bestuurscultuur werd er in Den Haag beloofd. En ook een spoedige ’afbouw van biomassa’, aldus het nieuwe regeerakkoord. Grote woorden. Maar als de bruid is in de schuit dan zijn de mooie (biomassa)praatjes uit.
Ja, biomassaverbranding is vervuilend, wordt erkend. In de introductie van het coalitieakkoord ’Klimaat en Energie’ staat te lezen ’de vervuiler betaalt’. Maar even verderop staat ’de vervuiler krijgt subsidie’. Ofwel, we zeggen dat we snel biomassa gaan afbouwen maar we doen het niet. De (nieuwe en oude) biomassasubsidies gaan doodleuk door. Vorige maand verscheen de nieuwe subsidietermijn opnieuw op de website van de Rijksoverheid. Om de werkelijkheid vanuit een ander perspectief te kunnen bekijken, is niet alleen een nieuwe bestuurscultuur nodig maar, wellicht, ook een nieuw bestuur.
Een van de redenen waarom biomassasubsidies er steeds weer doorheen lijken te glippen, is een overheid die zich keer op keer voor het karretje van de industrie laat spannen. Eenmaal binnen is behouden. Het Planbureau voor de Leefomgeving speelde in dit proces een doorslaggevende rol. Met het rapport ’in opmaat naar een duurzaamheidskader biomassa’ vorig jaar zomer zouden ’antwoorden worden gegeven op alle vragen over biomassa’. Toch bleken er hiaten.
Diverse peer reviewed praktijkrapportages ontbraken over verwoesting en kaalkap van bossen in Estland, veroorzaakt door de gesubsidieerde houthonger vanuit Europa. Maar kaalkap werd in het rapport afgedaan als ’slechts anekdotisch’. Opmerkelijk omdat onze regering haar koers bepaalde op basis van dit rapport. Hoe anders was het advies van de Sociaal Economische Raad, een maand later. Deze stelde dat houtverbranding voor warmte zo snel mogelijk moet worden afgebouwd.
Maar advies of niet, er kwam geen afbouwpad. Zowel minister Eric Wiebes als zijn opvolgers vertraagden net zolang tot de Tweede Kamer ingreep. Maar ondanks een grote meerderheid tegen nieuwe openstelling van de biomassasubsidies, besloot de nieuwe staatssecretaris Yesilgöz de subsidietermijn weer open te zetten. Onder luid gejuich van oud-minister Cora van Nieuwenhuizen, nieuwe voorzitter van Energie Nederland. Oude wijn, nieuwe zakken.
De energie-industrie beschouwt, onder leiding van Van Nieuwenhuizen, toegezegde subsidies als ’bedrijfseigendom’. Tegen dit licht kan de zinsnede uit het huidige regeerakkoord ’We bouwen gebruik van biomassa voor energie z.s.m. af, rekening houdende met de kosteneffectiviteit’ begrepen worden. Het ligt dus niet in de lijn der verwachting dat energiebedrijven zoals Vattenfall dit zonder slag of stoot, laat staan ’zo snel mogelijk’, zullen opgeven.
Deze gang van zaken in Den Haag is niet verwonderlijk. Afgelopen jaar werd vanuit het kabinet de biomassalobby stevig doorgezet naar Brussel. Mark Rutte en Diederik Samsom, goede vrienden van elkaar, formuleerden een voorstel dat door Frans Timmermans afgelopen juli werd gepresenteerd. In dit revisievoorstel blijft biomassa behouden.
Toch is het de vraag of hij met de leden van het Europees parlement hiermee weg komt. Diverse leden van dat parlement hebben inmiddels Frans Timmermans opgeroepen biomassa uit de richtlijn te halen. Maar om een nieuwe werkelijkheid vanuit een ander perspectief te kunnen bekijken is een nieuwe bestuurscultuur benodigd. Deze vraagt, wellicht, ook om nieuwe gezichten.
lees artikel/document (opent nieuw scherm/tabblad)
Deel dit bericht
pageviews: 10550